Milieu-impact bepaalt assortiment

In de bouw wordt de milieu-impact van de producten die worden toegepast, steeds belangrijker. Om ze objectief met elkaar te kunnen vergelijken, worden ze aan een levenscyclusanalyse (LCA) onderworpen. Jongeneel volgt deze ontwikkeling op de voet en heeft de kennis en de producten in huis om haar klanten bij het maken van de juiste keuzes te ondersteunen.
​​​​​​​
Manager productmanagement Benjamin Collard en kwaliteitscoördinator Leander Zaaijer lichten het toe. Benjamin: ‘De overheid scherpt de wet- en regelgeving in de bouw steeds verder aan. Dat heeft niet alleen consequenties voor onze klanten, maar ook voor onze leveranciers. Onze klanten staan voor de taak om producten met een zo laag mogelijke milieu-impact te kiezen en onze leveranciers moeten de milieu-impact van hun producten, als ze in de toekomst ook relevant willen blijven, verminderen. In dit verband is het van belang dat de milieu-impact niet subjectief wordt gecommuniceerd, maar objectief gemeten. Dan kunnen de producten eerlijk met elkaar worden vergeleken. Ze worden daarbij aan een levenscyclusanalyse (LCA) onderworpen. Er wordt dus niet alleen meer naar het productieproces gekeken, maar ook naar de grondstoffen, het transport, de levensduur en de herbruikbaarheid. De LCA-score die eruit voortvloeit, vormt de basis voor het berekenen van een EPD-score en die score gaat een steeds grotere rol spelen bij het aanvragen en verlenen van bouwvergunningen.’
​​​​​​​

Milieuprestatie

‘De afkorting EPD staat voor Environmental Product Declaration. Het is een door de Europese Commissie aanbevolen instrument waarmee de milieuprestatie van een gebouw (MPG) wordt berekend door de EPD-scores van de toe te passen producten bij elkaar op te tellen. Van overheidswege wordt aan de totaalscore een maximum gesteld en dat maximum zal steeds verder worden verlaagd. Het is een complexe materie waarbij wij onze klanten graag ondersteunen. We hebben de kennis in huis en beschikken over een toekomstbestendig assortiment.’ Leander vertelt dat de LCA al zo’n veertig jaar geleden werd geïntroduceerd: ‘Toen was er nog geen markt voor. Nu de overheid de wet- en regelgeving heeft aangescherpt, is die markt er wel. Bij het uitvoeren van een LCA wordt naar verschillende soorten milieu-impact gekeken. De impact op de klimaatverandering is de meest bekende, maar zeker niet de enige. Zo wordt bijvoorbeeld ook gekeken naar uitputting van grondstoffen en beschadiging van de ozonlaag.’ Objectieve vergelijking Leander illustreert het belang van een LCA: ‘Stel je wilt verschillende soorten isolatiemateriaal met elkaar vergelijken. De een is geproduceerd op basis van basalt, de ander op basis van gerecycled glas en een derde op basis van houtvezels. Bij de productie van steenwol uit basalt is relatief veel energie nodig, maar die energie kan uit een duurzame bron afkomstig zijn. Glaswol wordt gemaakt van gerecycled glas, maar het is onduidelijk hoeveel energie er bij het ophalen, sorteren, reinigen en omsmelten wordt verbruikt. Houtvezels hebben het voordeel dat er tijdens de groei van de bomen CO2 wordt vastgelegd, maar van hoe ver moeten ze komen en hoeveel energie wordt er tijdens het productieproces verbruikt? Een LCA maakt op een objectieve manier duidelijk wat het meest milieuvriendelijke alternatief is. Nog niet alle producten beschikken erover, maar Jongeneel levert al veel producten die al wel een EPD-score hebben. Daarin lopen we voorop.’